6 redenen waarom een Portfolio het zelfvertrouwen van leerlingen vergroot

1. Gevoel van trost ervaren

Trots zijn op wat je zelf hebt gemaakt. Als je jouw proces of eindresultaat presenteert op een persoonlijke manier aan je leraar en ouders, geeft dat een gevoel van trots. .

2. Positieve bekrachtiging / Positive reinforcement

De leerling ziet niet meer die bekende rode streep door zijn werk. De toets wordt vervangen door een presentatie van wat het kind bereikt heeft. En is direct het uitgangspunt voor de volgende stap. Met complimenten van de ouders en aandacht van de leraar.

3. Leren reflecteren

De leerling leert reflecteren op het eigen werk, waardoor ze steeds meer inzicht krijgt in het leerproces. Ze leert zichzelf kennen. Hierdoor groeit het zelfbesef en zelfvertrouwen. De ouders en de leraar ondersteunen dit tijdens een driehoeksgesprek.

4. Zicht op persoonlijke ontwikkeling 

De leerling legt situaties vast waarin ze laat zien wat ze kan en deelt dit. Ze leert uniek te zijn en er toch bij te horen. Zelfwaardering ten voeten uit.

5. Ontwikkel eigenaarschap

Het vastleggen van ervaringen in een portfolio zorgt voor een actieve houding. De leerling bepaalt zelf hoe het portfolio wordt gevuld. En wat ze deelt met ouders en leraar.

6. Leraar en ouders worden succes-ondersteuner 

Jij helpt jouw kind, jouw leerling om hoge verwachtingen te ‘managen’. Als iets niet direct lukt, geef je gerichte feedback op ‘hoe dan wel?’. En als het lukt, hebben ze geloof in zichzelf. Dat het goed is, of op welke manier het beter kan. Naar wat het kind aankan.

Maak jij al gebruik van een portfolio?

Een portfolio biedt elke leerling of student een zelf in te richten portfolio en een uitgebreide module om vaardigheden te ontwikkelen en aan te tonen. De leerling is eigenaar van het portfolio en kan dit levenslang blijven gebruiken.

Theorie:

Waarom een portfolio?

In de vorige paragraaf werd al uitgelegd wat de definitie is van een portfolio. Maar wat is de visie hierachter, waarom kiest een school om te werken met portfolio’s voor de leerlingen? Er zijn verschillende redenen te noemen om te werken met een portfolio, in deze paragraaf leest u deze redenen.

Volgens Adema (2007) zijn er verschillende redenen om te werken met portfolio’s. Als eerste reden benoemt hij het zelfvertrouwen en de motivatie. Door het werken met portfolio’s worden kinderen niet vergelijken met andere kinderen, maar met zichzelf. Er wordt gekeken naar wat een kind zelf al kan, weet en begrijpt. Dit wordt vergeleken met wat een kind nog niet kon, wist of begreep, op deze manier krijgt een kind inzicht in zijn eigen ontwikkeling. Dit draagt bij aan het vergroten van het zelfvertrouwen en het gevoel van competentie en daarmee indirect aan de motivatie voor en betrokkenheid bij het leren (Adema, 2007). Een leerling krijgt op deze manier inzicht in het eigen leerproces, dit is tevens ook de volgende reden. De leerling ontwikkelt een beeld van zijn eigen leerproces. Dit doet hij door het selecteren, verzamelen en bewaren van werk. De producten worden door de leerlingen gereflecteerd, waardoor de leerling uiteindelijk ook zijn eigen leerproces reflecteert. Reflecteren is dus ook een reden om te kiezen voor portfolio’s. Kinderen leren tijdens het reflecteren zichzelf vragen te stellen als; wat heb ik geleerd? Hoe doe ik het in vergelijking met de vorige keer? En hoe heb ik het ervaren? Na het reflecteren kan de leerling weer nieuwe doelen en leeractiviteiten vormen. Het opstellen van nieuwe doelen leidt tot interactie. Leerlingen praten hier onderling over maar ook met de leerkracht. Het werken met portfolio’s roept ook interactie op naar ouders. Leerlingen kunnen hun portfolio aan ouders laten zien en praten hier samen over. Als laatste noemt Adema (2007) eigenaarschap en eigen verantwoording. De leerling is zelf de eigenaar van het portfolio, dus is de leerling degene die verantwoordelijk is voor zijn eigen leerproces.

Van Gorkum (2003) heeft vijf verschillende functies beschreven waarom er gewerkt zou moeten worden met een portfolio. Deze vijf functies zijn: om voortgang en ontwikkeling van de leerlingen volgen, om de leerling en zijn werk te beoordelen, om de ontwikkeling te stimuleren, om kennis te delen met anderen en om kwaliteit te meten. Deze functies worden hieronder uitgelegd.

Om voortgang en ontwikkeling van de leerling te volgen.

Wanneer een leerling een portfolio de hele schoolperiode bijhoudt, dan is de ontwikkeling en de vooruitgang van deze leerling de hele periode te volgen. Portfolio leren sluit aan bij het adaptief onderwijs. Volgens Alkema (2011) is adaptief onderwijs het in groepsverband individualiserend te werk gaan. Het gaat hierbij vooral om differentiëren, ieder kind is anders en heeft andere onderwijsbehoeften. Een leerkracht moet de onderwijsbehoeften van alle leerlingen volgen, overzicht houden is hierin erg belangrijk. Een portfolio is een functioneel hulpmiddel voor een leerkracht om dit overzicht te bewaren. Bij het lezen van een portfolio ziet de leerkracht al snel wat de leerling al kan en waar nog aan gewerkt moet worden. Op deze manier kan de leerkracht zien waar hij nog hulp moet bieden. Het is verstandig om een portfolio regelmatig te evalueren met de kinderen, dit kan schriftelijk of met een kort gesprekje. Door een portfolio te evalueren weet de leerkracht wanneer een leerling competent is met iets en wanneer nog niet.

Om de leerling en zijn werk te beoordelen.

In toetsen worden kennis en vaardigheden vaak apart van elkaar getoetst. Wanneer een leerling een toets maakt, wordt deze door de leerkracht beoordeeld en er wordt een cijfer aangegeven. De leerling heeft een passieve rol tijdens de beoordeling (Van Gorkum, 2003). Volgens Alkema (2011) is leren een actief proces waarbij de leerling resultaten moet evalueren. Wanneer een leerling dit interactief evalueert dan is er sprake van een actieve rol in zijn leerproces. In het portfolio staan alle resultaten weergegeven van de kinderen. Wanneer deze samen met de kinderen worden geëvalueerd ontstaat er een beter beeld van het leerproces dan wanneer er enkel een toets wordt afgenomen. De leerkracht kijkt samen met de leerling of de doelen die vooraf gesteld zijn, gehaald zijn of dat er vooruitgang in zit. Je beoordeelt dus vooral de doelen die vooraf gesteld zijn en de leerling weet ook dat hij aan die doelen moet gaan werken.

Om de ontwikkeling te stimuleren

Omdat de leerling weet aan welke doelen hij moet werken een gedurende periode, heeft hij inzicht op zijn eigen leerproces. De leerling kan op deze manier zijn eigen ontwikkeling sturen. Hij moet kritisch naar zichzelf kijken en zichzelf kunnen reflecteren. De leerling ziet dan zijn eigen vooruitgang en zal meer gestimuleerd zijn om hoger op te komen (Van Gorkum, 2003). Door portfolio-leren, leren kinderen terug te kijken naar wat ze geleerd hebben. Dit is goed voor het zelfvertrouwen en de motivatie van een leerling.

Om kennis te delen met anderen

De motivatie en het zelfvertrouwen dat kinderen krijgen is weer van belang bij het delen van kennis met anderen. De kinderen hebben zelfvertrouwen en zijn niet bang om hun resultaten te delen met andere kinderen. Kinderen kunnen elkaar feedback geven op gemaakt werk uit het portfolio. Kinderen leren op deze manier van en met elkaar. Volgens Van Gorkum (2003) kunnen kinderen zichzelf verder ontwikkelen door zichzelf te vergelijken met anderen en overeenkomsten en verschillen te ontdekken in werkwijzen en eindresultaten. In het portfolio kunnen kinderen ook hulpmiddelen doen om eerder een competentie te halen. Dit kan ook weer gedeeld worden met andere kinderen. Een hulpmiddel is bijvoorbeeld een hoofdletterkaart, wanneer een leerling moeite heeft met het schrijven van de juiste hoofdletters. Niet alleen kinderen onderling delen kennis, maar ook kinderen met ouders en leerkrachten. Kinderen kunnen hun portfolio aan ouders laten zien en hierover praten. En de leerkracht krijgt de mogelijkheid om met concreet materiaal te praten over de ontwikkelingen van de leerling.

Om kwaliteit te meten

Volgens Van Gorkum (2003) hebben de voortgangen die een leerling in zijn portfolio laat zien, met de kwaliteit van het onderwijs te maken. Wanneer bijvoorbeeld meerdere kinderen vast lopen op een bepaald onderdeel van een vakgebied, moet de leerkracht gaan nadenken wat hier mis is gegaan.

Comment